Amsterdamse Poort
De Amsterdamse Poort is de enige overgebleven stadspoort van de 12 poorten die ooit toegang tot de stad gaven. De poort is gebouwd aan het eind van de middeleeuwen, rond 1355.
De naam zegt het al, de poort was het begin van de route naar Amsterdam, drie uur later kwam je dan aan bij de Haarlemmer Poort in onze hoofdstad.
De Amsterdamse Poort wordt ook wel eens de Spaarnwouder Poort genoemd. Dit kwam omdat de poort werd gebouwd bij de eerste uitbreiding van Haarlem, er werd op deze manier een stuk terrein aan de overzijde van het Spaarne bij de stad getrokken.
Onderaan de Poort zie je nog overblijfselen van de oude stadsmuren.
Muggenprikje:
Die stadsmuren, of wallen, zo je wilt, speelden een grote rol tijdens de aanval van de Spanjaarden in de Tachtigjarige Oorlog. Uit anonieme verslagen uit die tijd zouden zo’n driehonderd Haarlemse vrouwen, onder leiding van Kenau Simonsdochter Hasselaer, met brandend stro, pek en kokend water de vijand (de Spanjaarden) vanaf de muur op afstand hebben gehouden. Dát waren nog eens tijden!
Het Beleg van Haarlem (1572-1573) duurde maar liefst zeven maanden! Aan de belegering kwam een einde op 13 juli 1573, Haarlem gaf zich over. Dit beleg is wel één van de bekendste gebeurtenissen in die Tachtigjarige Oorlog. Na de overgave werden duizenden soldaten èn burgers geëxecuteerd.
De Haarlemmers mochten na het verloren beleg de stad verlaten door een bepaald bedrag aan de Spanjaarden te betalen. Zo is ook Kenau de stad uitgekomen.
Inmiddels is de Poort een rijksmonument, dus laten we hopen dat de poort er nog heel erg lang zal staan. Het gebouw is helaas niet open voor publiek, maar je kunt er helemaal omheen lopen en via de brug kan je er ook ‘onder’ door.
Hoe mooi is dit, zo’n prachtig stuk geschiedenis dat er gewoon nog staat!
